TRANSFORMATIE STEENBERG WILHELMINA
2005 - 2007
NL-LA-121.396
Transformatie Steenberg Wilhelmina
De steenberg Wilhelmina maakt deel uit van Park Gravenrode. Met Park Gravenrode wordt het buitengebied tussen de gemeenten Landgraaf en Kerkrade aangeduid. In het gebied zijn meerdere grootschalige recreatieve voorzieningen gesitueerd zoals SnowWorld, Megaland, GaiaZOO en de Wereldtuinen Mondo Verde. In opdracht van de gemeente Landgraaf is een plan opgesteld voor de herinrichting van de steenberg van de voormalige Staatsmijn Wilhelmina als landmark van Park Gravenrode. De reden hiervoor is enerzijds dat het cultuurlijke karakter van de berg verstoord was. Anderzijds bestaat er, in relatie tot de recreatieve functies van Park Gravenrode, een wens om de berg te kunnen beklimmen om vervolgens te kunnen genieten van het fraaie en weidse uitzicht.
In de zichtlijn tussen de top en de rotonde aan de Hofstraat is een monumentale trap gerealiseerd. Deze trap vormt een rechtlijnige verbinding tussen de voet van de berg en de top. Een verbinding, oftewel een lijnstuk, wordt beschreven als een lijn met een gegeven begin- en eindpunt. Het project bestaat dan ook uit een helder beginpunt, middenstuk en eindpunt, respectievelijk een brug over de waterbuffer, een monumentale trap en een nieuwe top met uitzichtplateau. Doordat de lijn, waarin de trap gesitueerd is, is vrijgemaakt van beplanting ziet de wandelaar naar de top zijn zware inspanning beloond in de vorm van een steeds indrukwekkender wordend uitzicht over de nabije en verre omgeving. Door de energie die het vergt deze berg te beklimmen kan mogelijk ook enig besef gaan ontstaan over hoe hard mensen met hun handen hebben moeten werken om steenkool te winnen en om zo’n omvangrijke en hoge afvalberg achter te laten.
Het begin van de trap is gevormd door een robuuste industrieel ogende brug over de waterbuffer. In de stalen liggers van de brug is een tekst gesneden, waarin een verwijzing is verwerkt naar de geschiedenis van de Staatsmijn Wilhelmina.
De trap ligt in een brede zichtlijn, die van beneden naar boven convergeert. Samen met de trap die loopt van een breedte van ongeveer 10 meter aan de onderkant tot een breedte van drie meter aan de bovenzijde, is een perspectivische vertekening gecreëerd, waardoor de diepte- en hoogtewerking van de trap en de berg versterkt is. In de trap zijn tussenbordessen op de aanwezige banketten voorzien, die als rustpunten voor de wandelaar dienen. Vanaf deze rustpunten is er prachtig zicht over de omgeving. Op deze bordessen is er ruimte om elementen, kunstwerken te plaatsen, die verwijzen naar de mijnhistorie. De trap is gefabriceerd uit beton. Het beton is puur functioneel, net zoals de materialen die in de tijd van de mijnen toegepast werden.
Het uitgangspunt in het ontwerp van de top is dat de typische spitse vorm, die het resultaat is van de wijze waarop de mijnsteen gestort werd, zo goed als mogelijk in ere hersteld wordt. Op 230 m + N.A.P. is een drielanden-uitzicht (tot 60 km ver) te verkrijgen dat zich uitstrekt over Parkstad, Eifel, Ardennen en diverse gigantische elektriciteitscentrales aan de horizon. Bijzonder aan dit uitzicht is dat vanaf deze steenberg de steenbergen van omringende steenkoolmijnen in België en Duitsland te zien zijn. Al deze steenkoolmijnen zijn gelegen in hetzelfde steenkoolbekken. Vanaf dit punt wordt door de aanwezigheid van de steenbergen ervaarbaar dat het Aachener Steinkohlenrevier, de Limburgse Mijnstreek en het Kempische steenkoolbekken, alhoewel zij in drie verschillende landen gelegen zijn, in feite één geologische oorsprong kennen en één geheel vormen met één, gemeenschappelijke geschiedenis.