KIJK OP RUIMTELIJKE KWALITEIT VAN KANALEN
2015 - 2018
NL-RW-501.001
Kijk op ruimtelijke kwaliteit van kanalen
bureau VERBEEK landschapsarchitectuur / ecologie / stedelijk ontwerp heeft in opdracht van en in samenwerking met Rijkswaterstaat de ‘Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen’ opgesteld. De ‘Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen’ is een handreiking waarin de visie van Rijkswaterstaat op de ruimtelijke kwaliteit van de Rijkskanalen is vastgelegd. Deze visie bestaat uit drie overkoepelende kernkwaliteiten en een handelingsperspectief om de kernkwaliteiten te behouden en te versterken bij werkzaamheden aan kanalen.
Identiteit en onderscheidenheid
Elk kanaal is uniek en heeft een eigen identiteit waarmee het zich onderscheidt van de andere kanalen. Kanalen zijn functioneel voor de scheepvaart, maar genieten steeds meer waardering om de hoge belevingswaarde: de afwisseling van rust en levendigheid, de recreatiemogelijkheden, de wandel- en fietspaden die over lange afstanden vrijwel kruisingsvrij zijn, het vrije zicht op het omringende landschap en de fraaie (boom)beplantingen. Het type gebruik en de intensiteit daarvan leiden tot verschillen in het dwarsprofiel van het kanaal, de doorvaarthoogte van bruggen en de afmeting van de sluiskolk. Daarnaast ademt elk kanaal of kanaaldeel een andere sfeer uit: van landschappelijk tot industrieel of stedelijk, van introvert tot extravert, van historisch tot modern, van duidelijk aanwezig tot ondergeschikt en minimalistisch, van monofunctioneel tot multifunctioneel.
Het uitgangspunt is om de specifieke kernkwaliteiten van een kanaal, die de identiteit van het kanaal bepalen, te koesteren: behouden en versterken waar het kan, herstellen waar het moet. De specifieke kernkwaliteiten van de kanalen zijn per kanaal gedefinieerd en vormen de kapstok voor alle ruimtelijke opgaven aan, over of langs het betreffende kanaal.
Doorgaand karakter
De kanalen vormen karakteristieke lijnen in het Nederlandse landschap. Typerend is dat ze de schaal van het omringende (stedelijke) landschap overstijgen. Met name het doorgaande karakter maakt kanalen uniek: tracés met lange rechte lijnen, strakke oeverlijnen en (boom)beplantingen.
Bij ingrepen aan het eigen areaal door Rijkswaterstaat, zoals het vervangen van oeververdediging of het verjongen van boombestanden, is behoud of herstel van het doorgaande karakter een essentieel uitgangspunt. Ook andere gebiedspartners zouden zo nodig overtuigd moeten worden van het belang om het doorgaande karakter van het kanaal te respecteren, bijvoorbeeld bij de bouw van woningen en bedrijventerreinen en bij lokale natuurontwikkelingsprojecten
Afleesbaarheid
De vormgeving van kanalen, sluiscomplexen en bruggen weerspiegelt de periode van de bouw en opeenvolgende aanpassingen. De tijdlagen zijn bijvoorbeeld afleesbaar aan afmetingen, toegepaste materialen, (boom)beplantingen, architectuur van bouwwerken en het samenhangende ontwerp van sluiscomplexen. Ze zijn daarmee onderdeel van het erfgoed van Nederland.
Het is belangrijk om de verschillende tijdlagen van het kanaal en de bijbehorende objecten afleesbaar te houden. Dat versterkt de kwaliteit van het landschap en maakt de lange geschiedenis van het kanaal en de waterstaatswerken tastbaar voor toekomstige generaties. Behoud, versterking en herstel van de afleesbaarheid is het uitgangspunt bij aanpassingen aan de kanalen door Rijkswaterstaat en andere partijen. Vooral complexen die ooit als samenhangend ensemble ontworpen zijn, vragen aandacht.
Ten grondslag aan de handreiking liggen studies naar de historie en de ruimtelijke kenmerken van de Rijkskanalen. Door ons zijn de volgende kanalen onderzocht: het Kanaal van Gent naar Terneuzen, het Kanaal door Zuid-Beveland, het Schelde-Rijnkanaal, het Bathse spuikanaal, de Amertak, het Markkanaal, het Wilhelminakanaal, de Zuid-Willemsvaart, het Kanaal Wessem-Nederweert, het Máximakanaal, het Lateraalkanaal, het Maas-Waalkanaal en het Kanaal van Sint Andries. Per kanaal (of groep van kanalen) zijn de resultaten vastgelegd in een rapport. In ieder rapport komen aan de orde:
- De oorspronkelijke inpassings- en ontwerpprincipes van het kanaal;
- De huidige situatie van het kanaal in relatie tot die oorspronkelijke inpassings- en ontwerpprincipes;- De ruimtelijke kernkwaliteiten van het kanaal;
- De ruimtelijke opgaven voor behoud van deze kernkwaliteiten voortkomend uit autonome ontwikkelingen.
De ‘Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen’ is officieel gepresenteerd tijdens de ‘Summerschool – Ruimtelijke kwaliteit van kanalen’, georganiseerd door Rijkswaterstaat op 23 augustus 2018. De handreiking en de onderliggende kanaalstudies zijn digitaal raadpleegbaar in de publicatiedatabank van het ministerie van infrastructuur en waterstaat: http://publicaties.minienm.nl/documenten/handreiking-kijk-op-de-ruimtelijke-kwaliteit-van-kanalen-handreiking-bij-het-herkennen-van-de-ruimtelijke-kwaliteiten-en-de-inpassingsopgaven-van-kanalen